donderdag 21 november 2013

CONFERENTIE VERTROUWEN IN DE STAD #3:
TIJD OM DOOR TE PAKKEN
do 28 november | 17.00 – 22.00 uur | Pakhuis de Zwijger | gratis entree
info & aanmelden via www.dezwijger.nl/vertrouwenindestad3

Meer weten over de BGW?
19.15 – 20.15 uur SUBSESSIES RONDE 1

EXPO (1e etage)
‘Samen Krachtig, Plan van Gool’: Hoe bewoners de wijk én zichzelf ontwikkelen! Er zijn in Amsterdam drie pilots waar wordt toegewerkt naar bewonersgestuurde wijkontwikkeling. Eén daarvan is in de buurt Plan van Gool in Noord, die bij veel mensen bekend staat als een buurt met weinig sociaal kapitaal. Nu is dat snel aan het veranderen. Een grote groep zeer diverse bewoners bouwen er samen aan een succesvol buurtcollectief met eigen bedrijven en mooie buurtinitiatieven. In deze sessie vertellen bewoners en professionals hoe dat in zijn werk gaat. Mensen uit de twee andere pilotgebieden maken het verhaal compleet. Met oa. Aura de Klyn (procesmanager pilot Plan van Gool) en diverse bewoners. Moderatie door Jacqueline van Loon.

Met natuurlijk tijd om eens live te praten!

vrijdag 8 november 2013

Ontwikkelfase

Stand van Zaken
Bewoners gaan sneller dan de wind en de ontwikkelingen in Plan Van Gool zijn nauwelijks bij te houden. Na de ontstaansfase (zie WEI-model) waren er elf bewonersinitiatieven geformuleerd. Bewoners met ideeën om de eigen wijk te verbeteren op sociaal maatschappelijk en economisch gebied. De bewoners presenteerde zich op een feestelijke manier aan de wijk en spontaan stonden er nog meer initiatieven op. De eindstand kwam te staan op negen bewonersinitiatieven die zich verder willen ontwikkelen tot rendabel buurtbedrijf en acht bewonersinitiatieven die geen bedrijf willen worden maar op vrijwillige basis de wijk willen verbeteren.
De tijd was rijp voor de bewoners om van idee naar daadwerkelijke uitvoering te gaan. Met andere woorden we zijn aangekomen bij de Ontwikkelfase.

Het recept
De ontwikkelfase kent een aantal vaste ingrediënten:
- Leren door te doen
- Samen leren
- Leren van elkaar

Zoals Gavin Anderson ( founder van de Kwanda beweging) zo mooi zegt:
"Je leert geen auto rijden in een klaslokaal. Je leert auto rijden door daadwerkelijk auto te gaan rijden"

Het belangrijkste ingrediënt is dan ook dat de bewoners direct in de praktijk aan de slag gaan. Ze leren door te ervaren wat wel en wat niet werkt. Dit doen ze niet alleen, maar samen met alle bewoners die zich actief in willen zetten. Ze leren hierbij door de inzet van gezamenlijke trainingen, coaching en intervisie.

De spagaat van bewonersgestuurd werken - de participatiefase voorbij
Als procesmanager is het nu de taak om deze leeromgeving te creëren met het besef dat in de ontwikkelfase we niet meer spreken over participatie van bewoners. We beginnen nu te spreken over 'zelforganisatie'.

"Hierbij wordt er vanuit gegaan dat zelforganisatie een proces is waarbij in een chaotisch systeem structuren ontstaan door het toevoegen van een kracht. Met andere woorden gaan de burgers actief aan de slag met de eigen burgerinitiatieven waarbij er momenten van reflectie zijn georganiseerd en er kennis en vaardigheden worden toegevoegd door training en coaching. Praktisch gezien werken de burgers in deze fase het idee van burgerinitiatief uit tot een zelfstandig werkende organisatie."

In deze fase is het toegestaan kennis en vaardigheden toe te voegen maar is het van essentieel belang dat er daarnaast een chaotisch systeem ontstaat. Een chaotisch systeem waarin de bewoners deels 'het wiel zelf opnieuw gaan uitvinden'.
Hier begint voor de procesmanager het balanceren op een dunne lijn. Te veel chaos creëert onnodige vertraging. Vertraging leidt in deze fase tot stagnatie van de ontwikkelingen. Het toevoegen van te veel kennis en ervaring en het inrichten van een geheel gestructureerd vast programma neemt de benodigde 'leerruimte' weg. Die te nauwe benadering zorgt eveneens voor vertraging en stagnatie.
De weg ligt dus exact in het midden en vanuit dit standpunt is de taak van de professionals op dit moment het meest intensief.
Voor de procesmanager is het op dit punt de taak om de perfecte balans te vinden tussen chaos en structuur. Ook de medewerkers in het kernteam moeten alle zeilen bijzetten. Want die krijgen van de procesmanager niet de simpele opdracht om te 'organiseren voor'. Ze krijgen de opdracht kennis en ervaring toe te voegen op een coachende wijze waarbij de procesmanager steeds de koers van de ondersteuning veranderd naar gelang het nodig is voor het proces.



En dan lijkt het vanzelf te gaan......
De initiatieven groeien en de eerste output volgt. In Plan Van Gool begint het sociaal restaurant goed te lopen, naailessen starten, de gesprekken voor de eerste natuurspeelplaat worden gevoerd etc.
Resultaten op output niveau zijn zichtbaar. Dus in deze fase wordt de community die is ontstaan en alle initiatieven die daarbij worden ontwikkeld zichtbaar.
Op het zelfde moment moeten de professionals zichzelf meer en meer onzichtbaar maken. Dit is het moment dat het vaak mis gaat. Want het is voor vele professionals een wat onprettige taak zichzelf onzichtbaar te maken op het moment dat het werk het meest intensief is. Daarnaast is er op dit punt in het proces resultaat, resultaat dat bereikt is door, voor en met bewoners. Resultaat waarmee de professionele organisaties zichzelf kunnen promoten.

Maar het resultaat dient niet het promoten van de professionals. Het resultaat dient het promoten van de community en de bewoners die deze community beginnen te draaien. De uitdaging voor de professionals is de bewoners het podium te geven.
Begrijp me niet verkeerd. Natuurlijk mag iedere organisatie zichzelf promoten. Maar dus niet met de resultaten van de bewoners maar met de eigen corebusiness. Want laten we wel wezen...... het sociaal restaurant in Plan Van Gool is niet de output van bijv. mijn Buro maar van Patricia en Amal die daar wonen en verrukkelijk kunnen koken. Mijn output is de kennis en ervaring en de modellen die ik hier open source deel.

Hart onder de riem
Deze week sprak ik met de 'huismeester' van de woningbouwcorporatie Ymere In Plan Van Gool. Een geweldig man, Bertus van Amersfoort geheten. Hij werkt al jaren in de wijk en gaat tot mijn spijt volgend jaar met pensioen.
Ik legde hem het dilemma voor en hij zei: 'Als professional moet je trots zijn op de resultaten in de wijk. De resultaten zijn het applaus voor je werk.' Bertus heeft gelijk want iedere professional die op dit moment in het proces op het podium blijft staan en de resultaten die bereikt zijn door, voor en met de bewoners, gaat inzetten voor de promotie van zichzelf, ontneemt de community een mogelijkheid om zelf de resultaten naar buiten te brengen en het applaus te ontvangen.

Profs onder elkaar.....
Ik ben ontzettend trots op de bewoners van Plan Van Gool en ik hoop met heel mijn hart dat ik over een jaar totaal overbodig ben. En als ik aan het balanceren ben tussen chaos en structuur zodat ik mijn medewerkers de juiste input kan geven dan denk ik aan de mooie woorden van Andre Gide:

Een toestand van evenwicht is alleen aantrekkelijk als men op het koord balanceert; als men op de grond zit, is er niets wonderbaarlijks aan.

vrijdag 11 oktober 2013

Tussenrapportage HVA

Hoe staat het met de BGW? De tussenrapportage over de BGW van de Hogeschool van Amsterdam geeft inzicht!

Er worden drie pilots beschreven die worden uitgerold.
- West
- Noord
- Nieuw West

De pilot die in deze blog wordt beschreven is de pilot in Amsterdam Noord, in Plan Van Gool. Hier gebruik ik als procesmanager het WEI-model.
Uit het onafhankelijk onderzoek is gebleken dat het WEI-model een Best Practice is.
Meer weten? Lees dan hier het onderzoek.

maandag 2 september 2013

Procesmanagement

Afstand nemen
Ik ben er even uit geweest. Ik heb met de zomer gespeeld en afstand genomen. Ik had gezegd dat ik zou schrijven over mijn rol als procesmanager en de vakantie geeft een prachtige ingang. In deze blog geef ik aan wat na mijn inziens de belangrijkste taken zijn van een procesmanager binnen de Bewonersgestuurde Wijkontwikkeling (BGW). En zoals de titel al zegt, begint mijn werk met een juiste mate van afstand nemen zodat ik het proces zo objectief mogelijk kan observeren.

Proces - what's in a word
Procesmanagement, het woord zegt het al. Als procesmanager, manage ik processen. Het woord 'proces' komt van het latijnse 'processus' en betekent beweging. Een beweging die wordt gekenmerkt door opeenvolgende gebeurtenissen. In de BGW spreken we over een veranderingsproces. Dus spreken we over een beweging die verandering teweeg brengt. Als we dit vertalen naar de BGW dan is mijn rol als procesmanager om gebeurtenissen te manage die een positieve verandering te weeg brengen op sociaal maatschappelijk en economisch gebied.

Management - a word.... again
Maar hoe manage je 'de beweging'? Management komt wederom van het latijn (manu agere) en het betekent 'aan de hand leiden'. Je leidt als het ware het proces richting de gewenste verandering.
De gewenste verandering wordt in de BGW onderzocht en bepaalt door de bewoners, bottum up en community based. Door de uitkomsten van het participatief onderzoek te koppelen aan de eigen kracht (WI-scan) bepalen de bewoners als community hoe zij de gewenste verandering door middel van 'gebeurtenissen' in gang willen brengen. Dit betekent dus dat je als procesmanager deze 'gebeurtenissen' moet leiden.

Procesmanagement als constante beweging
Om het proces richting de gewenste verandering goed te kunnen leiden moet je:
- Afstand nemen en het proces observeren
- Vragen stellen, deze samen vatten en doorvragen
- Procesruimte creëren waarbinnen bewoners kunnen leren hoe ze de gewenste 'gebeurtenissen' werkelijkheid kunnen laten worden.
Hierbij is procesmanagement geen statische lijn van A naar Z met vastgestelde gebeurtenissen maar een constante beweging die het proces omvat.

De bergbeklimmer
Bekijk het als een dorpje aan de voet van de berg. Jij zit op de berg en overziet het dorp. Daar staat een man, elke dag weer, op dezelfde plek. Je daalt af en vraagt de man waarom hij daar elke dag staat. Hij antwoordt dat hij graag naar zijn beste vriend wil. Die vriend kan zijn eenzaamheid wegnemen. Je vraagt de man waarom hij dan niet zijn weg vervolgd en de man legt je uit dat hij de weg niet kent. Hij is bang om te verdwalen en dat is de reden dat hij elke keer de stap niet neemt om zijn vriend op te zoeken.
Dan beklim jij weer de berg en overziet het dorp. Je ziet de wandelpaden, de rivier die in het midden van het dorp loopt. Je ziet dat de brug kapot is en dat er in de verte vissers met bootjes op de rivier aan het vissen zijn.
De volgende dag daal je weer af naar de man en leert hem de wandelroute naar zijn vriend. Ook vertel je hem over de rivier. Je legt hem uit dat het een kleine rivier is en dat je er zo over heen kunt zwemmen.
Die middag zit je weer op je hoge plek op de berg en je ziet dat de man nog steeds niet op pad gaat. Jij daalt direct weer af en vraagt hem waarom hij niet direct vertrokken is.
De man verteld dat hij niet kan zwemmen. Je vraagt hoe hij over de rivier zou willen komen. De man verteld dat hij graag een boot bouwt maar geen idee heeft wie hem dat kan leren. Dan herinner jij, je de vissers in hun boten op de rivier. Je verteld de man over de vissers op de rivier. De vissers hebben boten dus zij moeten de man kunnen vertellen hoe zij aan een boot zijn gekomen.
De man gaat op pad en jij.... jij klimt de berg weer op om het dorp te overzien en de man te volgen op zijn pad.



Procesmanagement binnen de BGW
Dit is één man maar bedenk je nu dat er een grote groep bewoners is die een gezamenlijke weg uitstippelen in hun wijk. Een weg vol met obstakels zoals de rivier en een weg vol met kansen zoals de vissers. Plan Van Gool is zo'n wijk. Mijn rol als procesmanager is om afstand te nemen en te observeren. Vragen te stellen aan de bewoners over hetgeen ik observeer. Om vanuit de informatie die daaruit voort komt de bewoners een plek te bieden waar ze kunnen leren hoe ze de obstakels kunnen nemen en de kansen kunnen pakken. En deze beweging - berg op, berg af - wil ik blijven maken tot de bewoners laten zien dat zij in staat zijn:
- De obstakels te verwijderen
- De kansen te pakken
- En als dit niet lukt, er in ieder geval van te leren!

Dan is mij rol uitgespeeld en is er een lerende community ontstaan die via zelforganisatie het proces verder leidt.

Voor de kritische lezers die mijn blogs volgen:
Het WEI model is zoals ik al aangaf een leidraad net als de route van de ene kant naar de andere kant van het dorp. De man in het verhaal is uiteindelijk degene die bepaald welke route hij loopt en naar gelang de man dat wil, ontwikkelen de modellen mee.

donderdag 27 juni 2013

De Onstaansfase

Genoeg geïnformeerd - een moment van de waarheid
Bewonersgestuurde Wijkontwikkeling (BGW) zonder bewoners bestaat niet. BGW zonder Overheid, Welzijn, Woningbouw en Bedrijven is niet erg constructief. Iedereen is nu goed geïnformeerd wat rest is een moment van de waarheid.
   - Zijn er genoeg burgers die vanuit intrinsieke motivatie het proces van de BGW willen instappen?
   - Zijn de samenwerkende partijen bereid om de nieuwe samenwerkingsvorm met burger    (organisaties) aan te gaan?
In Plan Van Gool in Amsterdam kregen we in april het JA-woord. Tijd dus voor de volgende fase.

Fase 2 - Ontstaansfase
In de Ontstaansfase ( zie WEI-model ) gaan burgers aan de slag om antwoorden te vinden voor de sociale maatschappelijke en economische knelpunten in de eigen wijk, antwoorden in de vorm van burgerinitiatieven. Daarnaast werken ze aan een sterke community waarin de burgerinitiatieven zijn ingebed.

De WI scan
Maar hoe ontwikkel je door, voor en met burgers, burgerinitiatieven die de wijk versterken?
Voor deze fase heb ik de WI scan (Wijk Initiatieven scan) ontwikkeld. De Wijk Initiatieven scan geeft handvatten om burgerinitiatieven te ontwikkelen die de sociale maatschappelijke en economische verbetering van de wijk nastreven. Alvorens een burgerinitiatief te initiëren wordt er door, voor en met bewoners participatief onderzoek gedaan naar:
   - Sociale maatschappelijke en economische knelpunten in de wijk
   - Sociale maatschappelijke en economische kansen in de wijk
   - Talenten van de burgers
De onderzoeksresultaten dienen als uitgangspunt voor het opzetten van een burgerinitiatief. Het op te zetten burgerinitiatief werkt dus aan het oplossen van knelpunten in de wijk door het gebruik van de kansen in de wijk en de talenten van de bewoners in de wijk.



Een voorbeeld uit de praktijk
Bewoners deden vanuit de BGW onderzoek in Plan Van Gool. Zij merkte op dat er geen ontmoetingsplek aanwezig was. Bewoners gaan de wijk uit voor een hapje met een vriend of vriendin. Ook als die vriend de buurman is. Bewoners hebben aangegeven dat er behoefte is aan een ontmoetingsplek in de eigen leefomgeving en dat ze graag een hapje eten (en ook betalen) in de eigen wijk. Bij de onderzoeksgroep zat een kok en een groep vrouwen die heerlijk kunnen koken. Zij hebben de handen ineen geslagen en gaan nu bezig om een Sociaal Restaurant op te zetten midden in de eigen wijk.

Gebruikte methode in de BGW in Amsterdam
Voor het verrichten van participatief onderzoek kunnen verschillende methoden worden ingezet. Binnen de BGW in Amsterdam is ervoor gekozen om te werken met de methoden:
   - Community mapping; d.m.v. participatief onderzoek worden de sociaal maatschappelijk    knelpunten en kansen van de wijk visueel in kaart gebracht.
   - Pluging the Leaks; d.m.v. participatief onderzoek worden de geldstromen in de wijk in kaart    gebracht. Er wordt gekeken waar het geld de wijk uitstroomt en hoe dit voorkomen kan worden.

  ..... en dan is er de praktijk, weerbarstig en altijd anders dan het papier had bedacht.
In Plan Van Gool zijn de bovenstaande methoden gebruikt maar laten we zeggen dat er een aangepaste versie van deze methoden is ontwikkeld terwijl bewoners al bezig waren met het uitvoeren van het onderzoek. Het is en blijft een bewoners gestuurd bottom up proces in een unieke context.

Daarbij duikt er altijd wel een feit op om een theorie in de war te gooien. - Carlo Dossi -

Waarom Comunnity Based werken
Tijdens de Onstaansfase wordt er community based gewerkt. Er wordt samen gewerkt aan een gedeelde koers, een gedeelde visie. Iedere burger kan hierbij zijn eigen talent in zetten ongeacht wat hij in het dagelijkse leven voor een functie(s) vervult. De organisatiestructuur is horizontaal ingericht en is dynamisch. Binnen deze 'structuur' kan ieder community lid zelfstandig opereren en tegelijkertijd bij dragen aan de visie van de community als geheel. Het community based werken is een belangrijk uitgangspunt van de BGW aangezien het er voor zorgt dat er te allen tijde afstemming blijft plaats vinden binnen de community over:
   - de diensten en producten die ontstaan
   - de benodigde middelen
   - de inzet van kennis en ervaring
De community werkt hierbij aan een co-creatie waarbinnen de leden van de community als gelijkwaardige partners werken aan een winwin situatie. Deze wijze van werken zorgt ervoor dat het aanwezige kapitaal zo constructief mogelijk wordt ingezet voor de community als geheel als ook voor de afzonderlijke leden van de community. Co-creatie verlangt echter wel vertrouwen, gelijkwaardigheid en wederkerigheid van de leden. Vanuit dit gegeven wordt er binnen de BGW gericht ingezet op samen werken, samen leren en het van elkaar leren in alle openheid.

Het resultaat in Plan Van Gool zijn 11 bewonersinitiatieven die goed op elkaar zijn afgestemd in community verband. Een Community die samen streeft naar een goede leefbaarheid, sociale cohesie en een sterke wijkeconomie.

Persoonlijke noot
28 maart 2013 informeerde ik de bewoners over de mogelijkheden van de BGW.
18 juni 2013 informeerde de bewoners mij, de ambtenaren van de gemeente en de medewerkers van de woningbouw over de burgerinitiatieven die zijn voortgekomen uit het onderzoek en de ambitie om die als community nu succesvol op te gaan zetten.

3 maanden later....... mag ik zwijgen en kijken naar de eigen kracht van de wijk. Dat ik mocht spreken was zilver en dat ik nu mag zwijgen is goud.



In de volgende blogs ga ik in op de verschillende functies van de samenwerkende partijen in de Ontstaansfase:
- Mijn rol als onafhankelijke procesmanager
- De functie van Welzijn
- De functie van de Overheid
- De functie van de Woningbouw
- De functie van Bedrijven

maandag 3 juni 2013

Informeren van de burgers

BGW, wolf in schaapskleren
Welzijn, zorg, hulpverlening en kunst en cultuur krijgen harde financiële klappen. Links en rechts vallen organisaties om. Is het de taak van de Actieve Burger om het werk vrijwillig op te pakken? Is de Bewonersgestuurde Wijkontwikkeling (BGW) geen wolf in schaapskleren die de burgers laat opdraaien voor de bezuinigingen?

Wie kent de wijk
Binnen de BGW wordt het beleid en de uitvoeringsprogramma's in de wijk gestuurd door de bewoners. De visie hierachter is dat de bewoners de eigen wijk beter kennen dan iemand van buitenaf. Simpelweg omdat ze er dag in dag uit wonen. Wonen betekent voor veel burgers meer dan huisvesting. Vaak is de wijk de plek waar men boodschappen doet, de kinderen naar school brengt, een wijntje drinkt op het terras of op een bankje in het park van de zon geniet. En op deze wijze doen de burgers ervaringen op in de eigen wijk en vergaren de burgers kennis over de eigen wijk. kennis en ervaring die uniek is. Die unieke informatie is het uitgangspunt van de BGW.

Wijkkaart van de gemeenschap
Door alle kennis en ervaringen te bundelen kunnen burgers een kaart van de wijk ontwikkelen waarin te lezen valt wat de problemen maar zeker ook de kansen van de wijk zijn op sociaal, maatschappelijk en economisch gebied. De wijkkaart dient vervolgens als vertrekstation voor de burgers waarna er wordt gewerkt aan oplossingen. Dit doen ze niet alleen maar samen met de overheid, de woningbouw, het welzijn, de bedrijven en alle andere belanghebbende in de wijk.

BGW als kans
Altruïsme is een prachtig gegeven en we gaan er vanuit dat er burgers zijn die vanuit altruïsme zich geheel vrijwillig inzetten voor de wijk. De BGW speelt echter niet zozeer in op altruïsme. Binnen het proces van de BGW wordt er ingespeeld op de vraag bij burgers naar:
- Een sterke lokale democratie
- Een sterke wijkeconomie

Lokale democratie
In Nederland kennen we een democratie waarin we volksvertegenwoordigers kiezen die regels en wetten maken. Voor veel burgers is deze regel- en wetgeving echter een abstract begrip. De 'ingewikkelde' inhoud van de wetten staat mijlenver van ze vandaan. Hoe de wetten worden vormgegeven door de politiek als ook het overheidsorgaan wordt vaak als on(be)grijpbaar ervaren.

Het wel en wee in de eigen wijk is echter een zaak die dicht bij de burger staat, het is de dagelijkse werkelijkheid waarin zij leven. Door het maken van de wijkkaart krijgen de burgers directe invloed op het bepalen van het beleid in de wijk. Door het samen ontwikkelen en uitvoeren van de sociale, maatschappelijke en economische programma's in de wijk krijgen de burgers invloed op en inzicht in de uitvoeringsprogramma's. Met andere woorden, worden de burgers eigenaar van het ontwikkelingsproces in de eigen wijk. De burgers krijgen hierdoor zeggenschap en macht. Weliswaar geen politieke macht maar wel macht om publieke taken te agenderen, uitvoeringsprogramma te ontwikkelen en zelf uit te voeren. Publieke taken die gericht zijn op een schone, veilige en sociale wijk.

Wijkeconomie
Wijkeconomie is de manier waarop inkomsten en uitgaven op wijkniveau functioneren. Hier spreken we over de productie, de consumptie en ook de distributie van de van diensten en producten in de wijk. In iedere wijk ligt een kans voor de wijkeconomie. Want in iedere wijk wonen burgers die talenten en ondernemende vermogens hebben. Binnen het proces van de BGW wordt deze potentie in kaart gebracht. Daarnaast wordt er op maat ondersteuning aangeboden aan burgers die de eigen talenten verder willen ontwikkelen richting het ondernemerschap. Dit betekent niet dat economie per definitie op wijkniveau aangepakt moet worden. Het betekent dat de economische potentie van een wijk in beeld wordt gebracht en benut voor een positieve ontwikkeling van de wijk. Dat vervolgens de wijkeconomie interacteert met de wereldeconomie is vanzelfsprekend.



Schapen in de meerderheid
In het proces van de BGW wordt er gewerkt aan een sterke sociale cohesie, leefbaarheid en wijkeconomie. Dat de integrale aanpak en de inzet van burgerkracht vaak betekent dat er bezuinigd kan worden is een extra winstpunt van de BGW. Maar het is niet het doel van de BGW. De BGW heeft voor alle belanghebbende partijen (overheid, welzijn, woningbouw, bedrijven en burgers) een voordeel. Maar in mijn optiek is de winst voor de burgers het grootst.
Het zorgt ervoor dat burgers weer macht krijgen over de ontwikkeling van de eigen wijk. Het zorgt ervoor dat er zowel voor individuele burgers als ook voor de wijk als geheel economische kansen worden gecreëerd.

Ik richt mijn aandacht niet op de boze wolf. Schapen zijn in de meerderheid en als er één schaap over de dam is, volgen er meer.

Informeer
Informeer de burgers over:
- de kansen voor de wijk
- de kansen voor de burger als individu
- de kansen van de lokale democratie
- de kansen van de wijkeconomie

vrijdag 17 mei 2013

Het informeren van bedrijven en ondernemers (in spe)

Geld verdienen en goed doen voor mijn wijk.....kan dat?
Binnen de Bewonersgestuurde Wijkontwikkeling (BGW) wordt er door, voor en met bewoners gewerkt aan een sterke sociale cohesie en leefbaarheid maar ook aan een sterke wijkeconomie. Bewoners werken samen aan rendabele buurtbedrijven die zich verenigen in een wijkcoörporatie.
Er wordt door de bewoners onderzocht welke problemen en kansen de wijk in zich draagt. Daarnaast wordt er gekeken naar de eigen kracht van bewoners. Deze gegevens vormen de basis van de buurtbedrijven die worden gestart.

Een blik op de praktijk
'De wijk kent veel eenzaamheid onder vrouwen van verschillende culturele komaf. De bewoners geven aan activiteiten te missen waar vrouwen elkaar kunnen ontmoeten. In de wijk staat maatschappelijk vastgoed leeg waarin zich een uitstekende keuken bevindt. Ook blijkt het dat veel vrouwen heerlijk kunnen koken en het leuk vinden om dit samen te gaan doen. Zij starten een bewonersinitiatief waarbij zij samen koken.'

Op deze wijze wordt er gewerkt aan het sociale maatschappelijke doel dat de BGW nastreeft. Maar de BGW gaat een stap verder. Bij elk bewonersinitiatief wordt er gekeken of er voor de dienst en/of product die er wordt ontwikkeld ook een afzetmarkt is. Goed doen en geld verdienen kan hierdoor hand in hand gaan.

'Aangezien de wijk geen restaurant heeft, openen de vrouwen een buurtrestaurant waar tegen een redelijk bedrag een maaltijd kan worden genuttigd. Op deze wijze kan het bewonersinitiatief uit groeien tot rendabel buurtbedrijf.'

Moeten alle bewoners nu opeens ondernemer worden?
Een ondernemer is een persoon die zich ten doel stelt zich een inkomen te verschaffen door met een bepaalde combinatie van arbeid, kapitaal en kennis een bedrijf te leiden of in stand te houden.*
Het is niet de bedoeling dat iedere bewoner, ondernemer wordt en dat is ook niet realistisch. De werkelijkheid laat zien dat er enkele bewoners zijn die de kans van de BGW aangrijpen om ondernemende plannen vorm te geven en uit te voeren. Een groot deel van de bewoners sluit zich echter pas aan als de bewonersinitiatieven of buurtbedrijven zijn opgestart.

De waarden van de BGW voor het benutten van de economische potentie in een wijk
In 2010 heeft het ministerie van Economische Zaken het Handboek Wijkeconomie uitgebracht. Hierin wordt de volgende definitie van wijkeconomie gebruikt:

'Het volledig benutten van de economische potenties van een wijk en haar bewoners, waardoor een bijdrage wordt geleverd aan de economische vitaliteit en de leefbaarheid van een wijk.'

Het vermogen van bewoners om zich in te zetten voor de economische ontwikkeling van de eigen wijk is echter een persoonlijke aangelegenheid. Het volledig benutten van de potentie van de bewoners begint dan ook bij de vraag wat bewoners kunnen en willen. De volgende vraag is of de BGW hier een antwoord op kan geven. Met andere woorden welke waarden kent de BGW op dit gebied.

De waarde van de BGW is in eerste instantie dat het bewoners de kans biedt om een eigen buurtbedrijf op te zetten. De buurtbedrijven die ontstaan hebben weer hun eigen waarden, zij bieden:
- Laagdrempelige activiteiten
- Werkervaringsprojecten
- Werkplekken
- Diensten en producten

Last but not least wordt er binnen de BGW gewerkt aan een gezamenlijke visie op de economische wijkontwikkeling met bewoners, bestaande bedrijven, gevestigde ondernemers, welzijn, overheid en woningbouw. Door deze integrale aanpak wordt het aanwezige kapitaal zo efficiënt en effectief mogelijk ingezet.


Buurtbedrijven, een gevaar voor bestaande bedrijven en ondernemers?
De BGW staat voor co-creatie en samenwerking met alle partijen in de wijk. De BGW is echter niet sturend en werkt bottom up waardoor de uitkomsten niet van te voren op een presenteerblaadje te geven zijn. De BGW kan dus geen garantie geven dat het concurrentie geheel uitsluit. Als bewoners ontevreden zijn met diensten en/of producten van een bestaand bedrijf, kunnen de bewoners een buurtbedrijf opzetten dat concurreert met het bestaande bedrijf. Maar het gevaar voor bestaande bedrijven en ondernemers is minimaal en de kansen zijn des te groter.

De kansen op een rij:
- Door het onderzoek dat wordt uitgevoerd, krijgen zij inzicht in de vragen die in de wijk leven. Zij   kunnen op deze wijze hun diensten en producten aanpassen en verbeteren waar nodig.
- Ze leren de potentieel nieuwe buurtbedrijven kennen waarbij zij direct kunnen werken aan een
   afstemming van diensten en producten en zelfs kunnen toewerken naar een samenwerking die
   een winwin situatie oplevert.
- Het is de uitgelezen kans om via goede begeleiding de interne organisatie onder de loep te nemen.

We moeten daarnaast niet vergeten dat de buurtbedrijven die worden ontwikkeld een antwoord moeten geven op een vraag die leeft in de wijk. Indien de vraag al op een juiste manier wordt beantwoord door een bestaand bedrijf dan wordt er geen concurrerend buurtbedrijf opgezet.

Informeer
Informeer de bedrijven en ondernemers (in spe) over het feit dat:
- Je een buurtbedrijf kan starten waarbij er goede begeleiding aanwezig is
- Het buurtbedrijf een sociaal maatschappelijk karakter moet hebben
- De buurtbedrijven worden opgezet n.a.v. onderzoek naar de problemen en de kansen in de wijk
- Hoe er binnen de BGW stap voor stap wordt gewerkt aan een rendabel buurtbedrijf
- Dat er kansen zijn voor bestaande bedrijven en ondernemers

Chase the vision
Angst voor concurrentie verlamt de groei van je onderneming. Het zorgt ervoor dat de richting van je energie wordt bepaald door angst. Je kan die energie maar één keer inzetten. Zet je energie dus in op de kansen die de markt en eventueel de BGW biedt en vertrouw erop dat jij als ondernemer uniek bent.

donderdag 2 mei 2013

Vraag en Antwoord

Mart Thijssen, beleidsmedewerker at Gemeente Horst aan de Maas schrijft:

Aura,helemaal eens met de vorige blog. De BGW vraagt om een ander type welzijnswerker. Eentje die niet overneemt maar die helpt waar dat nodig is. Dit geldt overigens ook voor de ambtenaren op het gemeentehuis. Ook die moet naar buiten om voeling te krijgen met dat wat burgers willen en daarbij nadrukkelijk kiezen voor een faciliterende rol. Wat ik me wel afvraag is waar ligt de grens tussen welzijnswerker en ambtenaar. Wie doet wat? Ik zie steeds meer ambtenaren opbouwachtig opereren.

Groet,
Mart Thijssen


Know How
Binnen de BGW veranderen de functietaken van alle partners gedeeltelijk of geheel. Dit zorgt bij vele voor verwarring. Ik zal in mijn blogs per fase ingaan op de taken per partner in de BWG. Dus een uitgebreid antwoord houdt je nog tegoed.

Overkoepeld is er al wel een antwoord te geven. De welzijnsprofessional is de bewonerscoach. De ambtenaar heeft dus geen taak in het coachen van de bewoners. De ambtenaar is degene die de kennis en ervaring heeft van het reilen en zeilen binnen de overheid. De ambtenaar heeft die specifieke 'Know How'! De ambtenaar heeft als taak vanuit deze specifieke kennis en ervaring mogelijkheden te creëren voor duurzame samenwerkingsverbanden met de bewonersinitiatieven en buurtbedrijven. Een samenwerking die voor beide partijen een win-winsituatie teweeg brengt. Dit natuurlijk in directe dialoog met de bewonersinitiatieven en buurtbedrijven.

dinsdag 23 april 2013

Het informeren van de welzijnsprofessionals

Door de inzet van Actieve Burgers is Welzijn straks overbodig
Tijdens mijn andere werk – naast procesmanagement geef ik trainingen, coaching en advies - ontmoet ik veel professionals met de overtuiging dat Actief Burgerschap, Welzijn overbodig zal gaan maken. In een training ‘Ondernemend Werken’ zei een Welzijnsprofessional laatst tegen mij:

‘De Overheid zet Actieve Burgers in binnen de Bewonersgestuurde Wijkontwikkeling (BGW) als goedkope Welzijnsvariant met de hoop dat de burger de wijk gaat ontwikkelen. Ze bezuinigen Welzijn weg en geven de opdracht als het ware aan de burger.’

Concurrentie
Deze uitspraak impliceert dat er een concurrentie strijd gaande is tussen Welzijn en Burgers. Laten we eens meegaan in deze gedachte.

“Concurrentie is een proces waarbij individuen elkaar in hun bestaan nadelig beïnvloeden als gevolg van een gemeenschappelijk beperkende factor. Daarbij zullen de individuen naar mogelijkheden zoeken om iemand die hetzelfde produceert, te ‘verslaan’.

De gemeenschappelijk beperkende factor is in dit geval geld. De Overheid en de Woningbouw moeten bezuinigen dus zoeken zij een goedkope manier om te werken aan sociale maatschappelijke en economische wijkontwikkeling. Actieve Burgers doen het gratis dus geeft de Overheid en de Woningbouw de opdracht aan de Burgers en zal Welzijn weg worden beconcurreerd.

Uit de mode!
Concurrentie raakt uit de mode. Gelukkig maar want concurrentie denken, zorgt ervoor dat onze aandacht wordt afgeleid van het daadwerkelijke inhoudelijke doel. Het doel is en blijft het werken aan een sterke sociale, maatschappelijke en economische ontwikkeling van een wijk. Maar al te vaak merk ik dat het doel verschuift naar ’het in stand houden van de eigen organisatie’.
Ik ben een ondernemer en ik snap dat je de doelen van je eigen onderneming goed scherp moet hebben en dat je daar gericht aan moet werken. Maar niet ten koste van het inhoudelijke doel van je opdracht, niet ten koste van een positieve wijkontwikkeling.

Een puzzel voor de volwassen mens
Het gaat zelfs een stap verder. Als we daadwerkelijk als gelijkwaardige partners om tafel gaan dan kan het werken aan de wijkontwikkeling en het belang van de eigen onderneming hand in hand gaan. Maar daarvoor moeten wel alle partners de kaarten open op tafel leggen. De volgende vragen zijn dan het uitgangspunt:
1. Wat is het inhoudelijke doel
2. Wat kan iedere partner bieden
3. Wat komt iedere partner halen
Vervolgens is het een uitdagende puzzel om samen te werken aan het zo efficiënt en effectief mogelijk inzetten van al het aanbod zodat het inhoudelijke doel wordt behaald en tegelijkertijd iedere partner zijn voordeel kan halen.

De functie van Welzijn.
Als we de definitie van ‘concurrentie’ nog eens onder de loep nemen zien we dat er twee partijen nodig zijn die hetzelfde produceren of hetzelfde aanbod hebben. Dat brengt ons bij het aanbod van Welzijn.
Welzijn ‘oude stijl’ hield zich bezig met het ophalen van de vraag in de wijk en het bedenken en organiseren van activiteiten voor de doelgroepen. Als Welzijn zich hier op blijft richten dan kunnen we inderdaad spreken over het gegeven dat Welzijn en de Burgers hetzelfde aanbod genereren. Want binnen het proces van de BGW zijn dat exact de taken die de Burgers zelf uit voeren.
Welzijn Nieuwe Stijl kent dit probleem echter niet. Binnen Welzijn Nieuwe Stijl is de Welzijnsprofessional de bewonerscoach. Een coach die door te luisteren, samen te vatten en door te vragen de bewoners kan ondersteunen bij:
- Het in kaart brengen van de problemen en kansen in de wijk
- Het bedenken van bewonersinitiatieven die door kansen te benutten problemen tegen gaan
- Het creëren van een sterke wijkcommunity en eventueel een wijkcoöperatie
- Het verzelfstandigen en/of het professionaliseren van bewonersinitiatieven

Nobelprijs voor het Welzijn
Naast het concurrentie denken zijn er ook veel Welzijnsprofessionals die het ideële doel hebben zichzelf overbodig te maken. Binnen de wijkontwikkeling zou dit betekenen dat er door de inzet van Actieve Burgers geen werk meer is voor Welzijn omdat elke wijk in Nederland sociaal, maatschappelijk en economisch goed scoort.
Als dit daadwerkelijk waarheid wordt dan moeten we de Nobelprijs voor het Welzijn in leven roepen voor alle mannen en vrouwen die zich Welzijnsprofessional mochten noemen en werkeloos op de bank komen te zitten. Maar hoe graag ik die prijs ook zou willen overhandigen, de werkelijkheid is weerbarstig.
De inzet van Actieve Burgers kan de wijkontwikkeling op een hoger niveau brengen. De samenwerking van alle partners kan voor een synergie effect zorgen. Maar problemen binnen de wijkontwikkeling verdwijnen nooit geheel en Welzijn blijft altijd nodig. Die Nobelprijs voor het Welzijn kan ik dus voorlopig niet uitreiken.

Directe voordelen voor Welzijn
Burgers zijn dus geen concurrenten van Welzijn en de BGW is geen gevaar. Beter nog; er valt binnen het proces van de BGW veel te halen voor Welzijn. Hier op rij:
- In algemene zin; werk en dus financiën
- De samenwerking met bewoners en daardoor:
   o Een bewonersnetwerk dat de vragen in de wijk opvangt
   o Meer menskracht – zowel in het denken als in het doen -
   o Een betere ingang om te werken aan de problemen achter de deur
- De samenwerking met Overheid en Woningbouw:
   o Geen subsidie schrijven n.a.v. beleid maar het samen ontwikkelen van beleid waardoor er direct een passende opdracht uit kan voortkomen voor Welzijn

Informeer
Welzijn dient dus goed op de hoogte te zijn van het gegeven dat:
- De angst voor concurrentie niet nodig is
- Wat de specifieke taken van Welzijn zijn binnen de BGW per fase in het WEI-model
- Er voordelen zijn aan het gelijkwaardig partnerschap met Burgers, Overheid en Woningbouw.

Zoals Charles Darwin al schreef:
“It is the long history of humankind (and animal kind, too) those who learned to collaborate and improvise most effectively have prevailed.”

dinsdag 2 april 2013

Het informeren van de overheid en woningbouw

Bezuinigen, bezuinigen, bezuinigen
De overheid en de woningbouwcorporaties willen een:
- sterke sociale cohesie in de wijken
- goede leefbaarheid in de wijken
- sterke wijkeconomie
En dit willen ze het liefst gratis.

Ik spreek veel mensen die daar erg boos over zijn. Maar is dit werkelijk zo erg?

Stel jij wil een nieuwe fiets hebben. Je gaat naar de winkel en je krijgt twee keuzen. Je mag de fiets hebben voor €1.000,00 of je mag de fiets gratis mee nemen. Welke keuze maak jij dan?
Het antwoord is zeer waarschijnlijk dat je maar al te graag de fiets gratis mee naar huis neemt.

Met de instelling dat je zaken zo goedkoop mogelijk wil regelen is dus in de basis niks mis.
Het wordt pas een probleem als het ten koste gaat van de kwaliteit en de (sociale) duurzaamheid.
Want als jouw nieuwe fiets het na een week begeeft is dat toch wel erg vervelend. Jij kan dan niet meer fietsen, er moeten weer onderdelen gemaakt worden en jij blijft elke keer betalen voor de reparaties. Met andere woorden; het is niet goed voor jouw als mens, voor het milieu en ook niet voor je portemonnee. Toch denken veel mensen dan….. ach het is maar een fiets.

Binnen de bewonergestuurde wijkontwikkeling (BGW) praten we over een woonwijk. De dagelijkse leefomgeving van je kinderen, je opa, je moeder of van jezelf. De kapotte fiets is nu jouw wijk die verloedert en niet meer leefbaar is.

Staan bezuinigingen gelijk aan kwaliteitsverlies en minder (sociale) duurzaamheid?
De overheid en de woningbouwcorporaties moeten bezuinigen. De vraag is hoe ze dat moeten doen.
Maar al te vaak worden de bezuinigingen door diverse partijen te simplistisch benaderd. De denkwijze is dan als volgt:

‘ We hebben een aantal programma's ingezet om de sociale maatschappelijke en economische doelen in de wijk te behalen. We hebben minder geld voor de wijkontwikkeling. We moeten dus programma’s weg bezuinigen. Daarom maken we een keuze over welke programma’s het minst belangrijk zijn voor de wijk en deze worden dus gestopt.’

In deze denkwijze wordt er alleen maar geredeneerd vanuit de bezuiniging, de beperking die geld ons oplegt. Het totaal aan programma's zal dan vaak onvoldoende zijn en de sociale maatschappelijke en economische doelen kunnen dan niet meer worden gehaald. Dit leidt inderdaad vaak tot kwaliteitsverlies en minder (sociale) duurzaamheid.

180 graden draaien
Ik ben van mening dat we een '180 graden draai' moeten maken in ons denken. Het uitgangspunt moet altijd de inhoudelijke doelstelling zijn. De context (onder andere de financiële situatie) waarin het inhoudelijke doel behaalt moet worden is een gegeven. De denkwijze is dan als volgt:

‘Het doel is een sterke sociale cohesie, goede leefbaarheid en een sterke wijkeconomie. We hebben burgers, we hebben bedrijven en organisaties, we hebben gebouwen, we hebben buitenruimten, we hebben middelen, we hebben financiën et cetera. Hoe gaan we als gelijkwaardig partners deze ‘krachten’ zo inzetten dat we het sociale maatschappelijke en economische doel voor de wijk kunnen behalen’

In deze denkwijze is het uitgangspunt het behalen van het doel met de aanwezige 'krachten' waarbij alle mogelijkheden worden afgetast. Dit werkt het beste door de inzet van een integrale aanpak waarbij alle belanghebbenden samen om tafel zitten en door de inzet van eigen capaciteit, samen een beleid ontwikkelen en uitvoeren. Door op deze wijze te werken kan bezuinigen en het leveren van kwaliteit en (sociale) duurzaamheid hand in hand gaan.

Het belang van de overheid en de woningbouwcorporaties bij de BGW
De burger geeft de overheid de opdracht te werken aan sterke wijken. De woningbouwcorporaties hebben direct belang bij sterke wijken aangezien de waarden van het vastgoed dan stijgt. Met andere woorden is het in het belang van deze twee partijen dat wijken versterken of sterke wijken blijven.
De BGW is een kans om op een gedegen manier samen te werken aan een sterke sociale cohesie, goede leefbaarheid en een sterke wijkeconomie.
Hiernaast biedt de BGW de overheid en de woningbouwcorporaties de kans om te bezuinigingen. Het is echter geen snelle bezuinigingstruc maar een gedegen totaal programma. De investering die er wordt gedaan, betaald zich terug.

Informeer
De overheid en de woningbouwcorporaties dienen dus goed op de hoogte te zijn van:
- De kansen op het gebied van sociale maatschappelijke en economische wijkontwikkeling
- De bezuinigingsmogelijkheden
- Het proces (WEI-model)
- Het gelijkwaardig partnerschap met burger(organisaties)
- De mentaliteitsverandering - 180 graden draaien

De overheid en de woningbouwcoporaties hebben belang bij de BGW en er liggen kansen klaar. Maar ik besef me dat dit ook betekent dat de overheid en de woningbouwcorporaties zich verder moeten ontwikkelen. Er moet een beweging op gang komen die de mentaliteitsverandering en het gelijkwaardig partnerschap met burger (organisaties) stimuleert.

Want tja, het leven lijkt op fietsen. Om je evenwicht te bewaren, moet je nou eenmaal blijven bewegen. - Albert Einstein -

donderdag 21 maart 2013

Vraag en antwoord

Jan op de Weegh, strategisch adviseur sector Handhaving en Veiligheid bij Stadsdeel Amsterdam Oost schrijft:

Vind het interessant om af en toe jouw blog te lezen, ook al is dit niet mijn werkterrein. Wil ze dus blijven lezen. Ook al wordt er veel met burgerparticipatie geëxperimenteerd en zijn er vele proeftuinen, wat mij opvalt is, dat er altijd begonnen wordt met participatie onder regie van de overheid. Waar ik nog erg weinig over lees is de vraag of die overheid niet te veel op de stoel van de bruggenbouwer gaat zitten. Heeft de overheid wel altijd die rol? Het is heel vriendelijk om iedereen met een probleem te helpen en velen zijn daarbij gebaat, maar waarom moet de overheid, die maar een onderdeeltje is van de samenleving, zich telkens zo belangrijk maken en de regie willen nemen? Komt dat nog in een volgende blog terug? Mijn handicap is misschien dat ik ben afgestudeerd op kerntakendiscussies van de overheid.

Groet,
Jan op de Weegh.


Wie is de regisseur?
De Bewonersgestuurde Wijkontwikkeling (BGW) is gestoeld op gelijkwaardig partnerschap. Dit impliceert dat er niet één partij de regie moet nemen. In de ideale situatie gaan de burgers, de overheid, de woningbouw, de welzijnsprofessionals en bedrijven vanaf de eerste stap in het proces hand in hand. Maar iedereen kan begrijpen dat er iemand moet zijn die de allereerste stap zet..... anders komt er geen beweging. Deze eerste stap moet een stap zijn waar één van de partners naar de andere partners de intentie uitspreekt om samen te kijken naar de mogelijkheden van de BGW. Deze taak kan door elk van de partners worden uitgevoerd.

Wie is de bruggenbouwer?
De bruggenbouwer is een onafhankelijk procesmanager. Een procesmanager die door kennis en ervaring een idee heeft hoe te werken aan aan de verbetering van de specifieke situatie. Gezien de BGW heeft de onafhankelijk procesmanager een idee hoe te werken aan de verbetering van de sociale cohesie, leefbaarheid en de wijkeconomie. De procesmanager wordt in de meest ideale situatie aangetrokken door alle samenwerkende partijen en komt via deze partijen in dienst van de BGW.

De realiteit
De dagelijkse realiteit is anders. Ik schets het ideaal beeld met het besef dat de BGW werk in uitvoering is.

vrijdag 15 maart 2013

De informatiefase

Hoe activeer je burgers, organisaties en bedrijven?
De aftrap is geweest. In Plan van Gool zijn we van start met de bewonersgestuurde wijkontwikkeling (BGW) volgens het WEI-model. De eerste fase, de informatiefase is in volle gang. En het eerste wat mij opvalt is dat ik steeds weer dezelfde vraag krijg:

'Hoe activeer jij burgers, organisaties, bedrijven om mee te werken aan het proces van de BGW?'

Informeren en niet activeren
Informeren betekent het overbrengen van feiten. Activeren betekent volgen de encyclo:

1) Aanmoedigen 2) Aansporen 3) Aanvuren 4) Aanwakkeren 5) Bezielen 6) Bespoedigen 7) In werking stellen 8) Mobiliseren 9) Opleven 10) Oppeppen 11) Opstarten 12) Opwekken 13) Reanimeren 14) Stimuleren 15) Verlevendigen 16) Werkzaam maken.

Ik spreek bewust van een informatiefase. Ik ben van mening dat de BGW een kans is voor velen om het eigen belang te behartigen. Dit geldt zowel voor burgers, overheid, woningbouw, welzijn als ook voor bedrijven. Als alle partijen goed zijn geïnformeerd over de waarden die de BGW voor hen kan hebben dan is het niet meer dan een logische vervolgstap voor bepaalde partijen om werkzaam te worden binnen de BGW.
Tijdens de informatiefase informeer je alle partijen over:
        1. Het proces en de procesfasen (het WEI-model)
        2. De waarden die de BGW specifiek kan hebben voor de desbetreffende partij.
Daarnaast laat je, je informeren door de partijen met wie je om tafel zit zodat je de context waarin het proces zich afspeelt steeds beter leert begrijpen en direct van invloed laat zijn op het proces.
Het informeren kan leiden tot activering. Maar activering is geen doel ansich. Een kleine nuance maar van essentieel belang.

Het nuance verschil
Vier mannen zijn op weg. Ieder met een eigen verhaal en een eigen bestemming. Op een dag komen zij aan bij een grote rivier en kunnen niet verder. Twee mannen vinden de plek prachtig en zien het als de eindbestemming. De andere twee blijven over het water turen en verlangen naar het vervolgen van hun pad.

Op een dag verschijnt er een bruggenbouwer. De bruggenbouwer aanschouwt de mannen. Hij ziet dat er twee over het water blijven turen en geen thuis maken. Hij ziet de ander een boerderij opzetten maar hij begrijpt niet wie de groenten moet kopen. De andere man ziet hij nauwelijks. De bruggenbouwer wil de mannen helpen. Hij is een bruggenbouwer en dat is dus ook wat hij kan bieden. De bruggenbouwer wil voor de mannen een brug maken naar de overkant van de rivier, naar de grote stad die daar ligt. De brug brengt volgens de bruggenbouwer kansen. De mannen kunnen de reis voortzetten, nieuwe vrienden maken en er is een nieuwe afzetmarkt voor de boerderij. Vol trots vertelt hij aan de vier mannen dat hij een brug kan bouwen die de mannen binnen vijf minuten veilig aan de overkant brengt.


De eerste man die zijn huis net af heeft, is niet blij met een brug en is erg boos.
De tweede man met de boerderij, vindt de brug niet interessant.
De derde man, die zijn reis graag wilde voortzetten kan zijn geluk niet op.
De vierde man, die ook graag verder wil reizen, lijkt amper te reageren.

De bruggenbouwer vraagt zich af waarom niet alle vier mannen staan te springen voor de nieuwe brug. De eerste man vertelt dat hij zijn bestemming had bereikt. Een plek ver van de drukke wereld. Door de brug komt de drukte terug. De tweede man vertelt dat hij een boerderij wil beginnen. Hij heeft simpelweg nog niet nagedacht over de na- en voordelen van een brug. De bruggenbouwer informeert de man over de markt in de stad aan de andere kant van de brug. De man ziet kansen en wil de brug gaan gebruiken om zijn groenten naar de mensen te brengen.
De derde man is zo blij dat hij de bruggenbouwer aanbiedt te helpen met bouwen.
De vierde man vertelt dat hij nu samen met zijn zoon leeft. Hij komt van ver en is zijn vrouw en dochter verloren bij de oversteek over de vorige rivier. De brug stortte in. De bruggenbouwer vertelt de man over de kwaliteit van de brug maar de man durft niet.

Het doel van de bruggenbouwer was niet het activeren van de vier mannen om direct gebruik te maken van de brug. De bruggenbouwer wilde de mannen helpen op sociaal, maatschappelijk en economisch gebied. Hij heeft dit als bruggenbouwer vaker gedaan en vanuit zijn kennis en ervaring heeft hij een idee opgevat. Doordat de bruggenbouwer de mannen eerst informeert blijkt het idee niet geheel te passen. De mannen en de bruggenbouwer passen het idee samen aan, maken samen een plan en voeren dat plan samen uit. Door deze wijze van werken, wordt het doel daadwerkelijk behaald.

Een jaar later is er een prachtige en stevige brug maar de brug is gebouwd op tien kilometer afstand van het huis van de eerste man en de boerderij van de tweede. De derde man heeft meegebouwd aan de brug en reist verder met de bruggenbouwer om bruggen te bouwen. De vierde man heeft ondersteuning van de eerste twee mannen om over zijn angsten heen te komen.


De BGW als brug
De BGW is de brug over het water die ik kan bieden. Ik kan geen nieuwe huizen bouwen, geen zieke mensen beter maken en geen miljoen euro uit mijn mouw toveren.... ik kan de burgers wel ondersteuning aanbieden om de eigen wijk en de eigen leefsituatie te verbeteren door burgerinitiatieven en buurtbedrijven op te zetten die de problemen in de wijk aanpakken en als er behoefte aan is kan het resulteren in een wijkcoorperatie. Mijn doel is geenszins om de burgers te activeren om direct de brug/ de BGW te omarmen en er zonder morren gebruik van te maken. Mijn doel is om met, door en voor burgers vanuit de intrinsieke motivatie te werken aan een verbetering van de sociale, maatschappelijke en economische situatie van de wijk. Door de burgers over de BGW te informeren, komen we erachter of daar wel behoefte aan is en of de BGW als idee passend is of dat het met, door en voor de burgers aangepast moet worden.

Informeer alle partijen
Indien de burgers het proces van de BGW willen laten slagen dan hebben zij hierbij samenwerkingspartners nodig. Overheid, woningbouw, welzijn en bedrijven zijn allen nodig als gelijkwaardige samenwerkingspartners. Al deze partijen moeten dus ook worden geinformeerd. Voor elke partij is er unieke informatie. Elke partij kent namelijk zijn eigen belang en zoekt naar andere waarden. Daarnaast heeft elke partij interessante informatie voor de procesmanager. Informatie waardoor je het proces kan vormen naar de unieke context.


Maar wie geef je welke informatie?
Volgende blogs:
- Het informeren van de overheid en woningbouw
- Het informeren van de welzijnsprofessionals
- Het informeren van de burgers
- Het informeren van de bedrijven/ ondernemers

donderdag 21 februari 2013

De werking van het WEI-model

Eenvoud
Vandaag geen gelaagdheid, vandaag geen theorie, vandaag de praktijk van het WEI-model. De basis is simpel, voor iedereen te begrijpen en dat is wel zo prettig aangezien het proces in zijn geheel juist als uitermate complex wordt ervaren. Het WEI-model is de simpele basis op momenten dat we door de complexiteit het proces niet meer kunnen zien.

“Simple can be harder than complex: You have to work hard to get your thinking clean to make it simple. But it’s worth it in the end because once you get there, you can move mountains.”
Steve Jobs

De BURGER centraal
Binnen de Bewonersgestuurde Wijkontwikkeling (BGW) hebben we het over een veranderingsproces, een geheel van activiteiten, waarmee een verandering in de wijk in gang wordt gezet door, voor en met burgers.
- De burgers bepalen het beleid
- De burgers bepalen het uitvoeringsprogramma
- De burgers voeren het programma uit
Meer concreet wordt er binnen de BGW stap voor stap door, voor en met burgers toegewerkt naar een wijkcoörporatie. Een wijkcoörporatie die werkt aan een sterke wijkeconomie en tegelijkertijd de sociale cohesie versterkt en de leefbaarheid verbetert. Hierbij is de burger:
- De product
- De consument
- De distributeur
In het WEI-model wordt de burger centraal gesteld maar wordt het tegelijkertijd voor alle samenwerkingspartners – overheid (diverse diensten), woningbouw, welzijn en bedrijven - duidelijk wat er te winnen valt. Ik geloof Evelien Tonkens direct als ze zegt dat Nederland een altruïstisch overschot heeft en dat maakt mij als mens heel gelukkig. Ook deze blog schrijf ik vrijwillig om open source kennis en ervaring te delen. Maar ik ben ook niet vies van eigen belang. Want als je kunt benoemen wat je waard bent en je weet wie daar belang bij heeft, kan dat resulteren in een constructieve deal. Een deal die niet hoeft te betekenen dat je niet behulpzaam bent naar de ander.

Procesfasen van het WEI-model
Het WEI-model kent vier fasen. In Plan van Gool zitten we in de eerste fase, de informatiefase en begint het nieuws over de kansen die de BGW meebrengt langzaam de huiskamers binnen te komen. Er zijn sceptici onder de burgers die we spreken maar ook zijn er burgers die niet kunnen wachten en vol zitten met interessante plannen.

In de informatiefase worden burgers geïnformeerd over de kansen die de BGW in zich draagt. De kansen voor de wijk maar zeker ook de kansen voor de burger als individu en de community in zijn geheel. Want kansen te over. De kans om een probleem in de eigen wijk op te lossen, de kans om trainingen en coaching te krijgen, de kans om een eigen bedrijfje op te zetten, de kans om geld te verdienen, de kans om nieuwe vrienden te maken et cetera. Na de eerste fase moet er een groep burgers zijn die vanuit intrinsieke motivatie wil participeren in het proces.

De tweede fase is de ontstaansfase waarin door, voor en met burgers wordt gewerkt aan het ontwikkelen van burgerinitiatieven die problemen in de wijk kunnen aanpakken. Problemen zoals armoede, sociaal isolement maar ook het missen van een plek om samen te komen of de armoedige aanblik van de speeltuin. Er wordt gewerkt aan burgerinitiatieven die de potentie hebben om uit te groeien tot zelfstandige burgerinitiatieven of professionele buurtbedrijven die niet alleen nu maar ook in de toekomst aan zet blijven in hun wijk. Daarnaast wordt er in de tweede fase gewerkt aan community vorming zodat de burgerinitiatieven goed ingebed raken in de wijk. In de tweede fase spreken we van burgerparticipatie.

De derde fase is de ontwikkelfase waarbij de burgerinitiatieven als community werken aan zelforganisatie via de methode Action Learning. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat zelforganisatie een proces is waarbij in een chaotisch systeem structuren ontstaan door het toevoegen van een kracht. Met andere woorden gaan de burgers actief aan de slag met de eigen burgerinitiatieven waarbij er momenten van reflectie zijn georganiseerd en er kennis en vaardigheden worden toegevoegd door training en coaching. Praktisch gezien werken de burgers in deze fase het idee van burgerinitiatief uit tot een zelfstandig werkende organisatie. Dit kan een zelfstandig burgerinitiatief zijn maar ook een professioneel buurtbedrijf.

De vierde fase is de autonome fase waarin de burgerinitiatieven en buurtbedrijven samen werken binnen een wijkcoörporatie. In de ideale situatie, zonder ondersteuning.

De doelen van het WEI-model
Het WEI-model kent drie doelen:
1. Het geeft een overzicht van het proces zodat je als procesmanager het proces beter kan inrichten. Het geeft de procesmanager antwoorden op de vragen:’Hoe richt je de procesomgeving in, welke methoden gebruik je en wat is je exacte rol als procesmanager?’
2.Het maakt bewust van de verschillende organisatievormen binnen het proces en de specifieke kenmerken van de organisatievormen.
3.Het geeft inzicht in de samenwerkingsmogelijkheden tussen burgerorganisaties onderling. Maar zeker ook de samenwerking tussen burgerorganisaties en de overheid, de woningbouw, welzijn en bedrijven.

De totale Context
In de BGW en ook in het WEI-model staat de burger centraal maar het gehele proces is ingebed in de context van de wijk. Door het WEI-model wordt er inzichtelijk gemaakt welke partij wanneer op welke manier kan samenwerken met de burgerorganisaties met als doel dat er een win-win situatie ontstaat voor beide partijen doordat waarden en belangen samen komen. Het wordt dus duidelijk wat een ieder kan winnen!

Elke fase doorlopen
Nu is het tijd voor het inkleuren van het WEI-model. De komende blogs zal ik de fasen uitwerken. Ik zal mijn visie geven maar ook concrete handvatten bieden en de praktijk in Plan van Gool schetsen. Daarnaast zal ik elke samenwerkingspartner uitdagen om buiten de kaders te denken en de winst te zien van de BGW.

WEI-model in beeld

maandag 4 februari 2013

Het WEI-model

Het WEI-model
“Procesmanagement is het inrichten en beheersen van processen om doelstellingen te realiseren.”

Binnen de Bewonersgestuurde Wijkontwikkeling (BGW) hebben we het over een veranderingsproces, een geheel van activiteiten, waarmee een verandering in de wijk in gang wordt gezet. Als procesmanager BGW werk ik met het WEI-model, wat staat voor Wij(k) Economisch Instroom model. Binnen het WEI-Model werk ik in duidelijk te onderscheiden procesfasen waarin burgers stap voor stap toewerken naar een wijkcoörporatie. Een wijkcoörporatie die werkt aan een sterke wijkeconomie en tegelijkertijd de sociale cohesie versterkt en de leefbaarheid verbetert. Hierin werken de burgers samen met de overheid, de woningbouw, het bedrijfsleven en de welzijn professionals. (Het WEI-model is hier te downloaden.)

Werkt de BGW wel bottom up?
De BGW wordt gefinancierd door de overheid en ik als procesmanager werk met een procesmodel. Deze twee gegevens maken bij veel burgers de terechte vragen los:

Is het WEI-model niet een top down bedacht pad dat uitgezet wordt voor de burgers?
Is het proces van de BGW geen bezuinigingstruc van de overheid waarbij de overheid de ‘kracht van burgers’ wil gebruiken voor taken die bij de overheid moeten liggen?


Ere wie ere toekomt
Er is al een geruime tijd een beweging gaande. Een beweging die is begonnen bij burgers. Burgers die duurzame oplossingen zoeken voor problemen in het sociaal en economisch domein. Deze beweging kent vele vormen en namen. Noem de blauwe economie, de lokale ruileconomie en de wij-economie. Wat de verschillende vormen binnen de grotere beweging met elkaar verbindt is dat zij allen van onderop ontstaan. De beweging ontstaat omdat burgers zien dat er een verandering nodig is aangezien ons huidige systeem niet langer houdbaar is. Deze burgers gaan simpelweg actief aan de slag om deze verandering te bewerkstelligen. Zij gaan bottom up te werk vanuit de eigen kennis en ervaring, vanuit de eigen kracht. En deze burgers laten zich niet belemmeren door hiërarchische structuren, regelgeving, lange procedures en onpersoonlijke relaties. Met andere woorden de burgers die de beweging vormgeven laten zich niet tegenhouden door de bureaucratie. Hierdoor groeit de beweging razendsnel!

Veel van deze burgers hebben banen. Banen bij grote organisaties en bedrijven. En deze burgers integreren het gedachtegoed in hun werk. Zij doen dit omdat zij zien dat de beweging positieve outcome genereert voor de mens, voor de aarde maar ook voor de winst van de eigen organisatie.

Hoe snel de beweging onder de burgers gaat des te trager gaat het binnen de organisaties en de bedrijven. Deze worden jammer genoeg wel constant beïnvloed door de bureaucratie. Nu staan we gelukkig op het punt dat er op elk niveau bij de overheid, de woningbouw, de welzijnspartijen en ook het bedrijfsleven, burgers werkzaam zijn die de voordelen van de beweging zien. Zijn zijn zoekende hoe zij met de organisatie waarbinnen zij werkzaam zijn, een actief onderdeel kunnen worden van (het succes van) de beweging. Door te investeren in de BGW en een gelijkwaardige samenwerking te zoeken met actieve burgers binnen de wijkontwikkeling maken zij een belangrijke stap.

Dit zegt niet dat de overheid de BGW heeft bedacht en nu top down wil implementeren. Ja, zeker kan de BGW zorgen voor financiële bezuinigingen. Maar nee, de gedachte achter de BGW is niet ontstaan bij de overheid. De gedachte achter de BGW is ontstaan bij de burgers, de overheid heeft het opgepikt en zij hebben het beestje een naam gegeven. Nu is het aan alle partijen om samen te werken aan een win-win situatie. Dus bij deze: ere aan de burgers die door denken en handelen de beweging adem hebben in geblazen, ere wie ere toekomt.

WEI-model made by…
Laten we het procesmodel nader bezien. Er zijn velen wegen die naar Rome leiden. De weg die ik heb ontwikkeld, heet het WEI-model. De modellen en methoden die ik ontwikkel, ontstaan door observatie van mijn directe werkomgeving. De modellen en de methoden die hieruit voortkomen, neem ik samen met burgers onder de loep. We analyseren om vervolgens de modellen en methoden opnieuw in de praktijk te toetsten. Het WEI-model is hier een voorbeeld van en daardoor mede door, voor en met burgers ontwikkeld. Het WEI-model staat daarbij in dienst van de burgers die de eigen wijk in ontwikkeling willen brengen. Het WEI-model dient als een leidraad en ontwikkelt zich n.a.v. de context.

Het gevaar van de BGW en het WEI-model
Veel mensen zijn gewend top down te reguleren. Dit doen we al zo lang, dat we het doen zonder dat we het door hebben. Het gevaar van deze geconditioneerde handeling is dat we vergeten dat we bezig zijn met een natuurlijk proces. Een proces waarin burgers bottom up de richting bepalen. De eerste en meest essentiële stap in het WEI-model is daarom het informeren van een grote groep burgers over de kansen die BGW biedt. Zijn er geen burgers die vanuit intrinsieke motivatie het proces van de BGW in willen gaan dan stopt simpelweg de BGW.


Volgende blog? Hoe werkt het WEI-model en hoe creëer je een veilige leeromgeving voor alle partijen die samen het proces ingaan.

maandag 21 januari 2013

Samen werken. Willen en kunnen we dat?
“Werken aan bewonersgestuurde wijkontwikkeling is een proces. Dit proces speelt zich af bij burgers, binnen burgerorganisaties maar tegelijkertijd ook bij de overheid, de woningbouw en bij de welzijnsprofessionals.”

Wat is de rol van deze partijen? Hoe zorg je ervoor dat alle partijen samen het proces in stappen als gelijkwaardige samenwerkingspartners? Hoe richt je de procesomgeving in?

Merel Werner, strategisch beleidsadviseur, van Stadsdeel Noord is de persoon die er voor heeft gezorgd dat de BGW in Plan van Gool daadwerkelijk van start is gegaan. Zij heeft daarbij ook de procesomgeving ingericht. (De indeling van de procesomgeving in Plan van Gool is hier te downloaden.)

Er is hierbij rekening gehouden met het volgende:
- Bewoners bepalen het beleid en het uitvoeringsprogramma
- Bewoners voeren het programma zelf uit
- Overheid en woningbouw zijn samenwerkingspartners maar ook de financier
- De welzijn professional is de procesondersteuner

Simple as that! Of toch niet?

Wat is er zo moeilijk aan samenwerken?
Uit het onderzoek in Bos en Lommer blijkt dat de professionals niet in staat zijn om een deel van de wijkontwikkeling echt aan bewoners over te geven. Los te laten, macht over te dragen en kritisch te kijken naar de eigen organisatie.

Als we kijken naar de organisatie structuur van de overheid, de woningbouw en de bewoners (organisaties) zien we direct een pijnpunt. De overheid en de woningbouw is verticaal ingericht en worden top-down bestuurt. Het werk is daarnaast ingedeeld in afdelingen en dus gesegmenteerd. Bewoners werken in veel gevallen horizontaal, in netwerkverband en zien het werk vaak als één samenhangend geheel. De verschillende wijze waarop de partijen zijn georganiseerd zorgen ervoor dat de samenwerking vaak moeilijk vorm krijgt.

Er wordt daarnaast al een hele tijd geïnvesteerd in een zo constructief mogelijke manier van werken die kwantitatief en kwalitatief te verantwoorden is. We dachten het gevonden te hebben in segmentatie, regels, protocollen, hiërarchische organisatiestructuren etc. We zijn gewend geraakt aan deze wijze van werken en het geeft aan velen een gevoel van controle, veiligheid en comfort. De BGW betekent dat we die comfortzone gaan verlaten. Ik vind het dan ook niet vreemd dat niet iedereen dit wil!

Hetzelfde voor 'macht'. BGW vraagt aan diegene die macht hebben of ze deze macht willen afstaan aan wijkbewoners. Want als de wijk door de bewoners zelf wordt ontwikkeld dan is de gemeenschap weer in control. Macht afstaan is moeilijk en zoals de filosoof Alain zei:

'Macht zonder controle maakt altijd gek.'

Nee, dit is geen oproep om hetgeen we hebben ontwikkeld simpelweg over boord te gooien. Want ook de BGW gaat gepaard met subsidie en dat is geld van de burgers. Het uitgeven van die subsidie moet je transparant kunnen maken en goed kunnen verantwoorden. Het is zoeken naar een nieuwe samenwerkingsvorm tussen alle partijen waarbij controleren en loslaten samen komen.

Nou Merel hier digitaal mijn complimenten omdat jij dit al van meet af aan wist en de procesomgeving verstandig hebt ingericht. Een procesomgeving waar we op elk niveau en met alle partijen kunnen werken aan die balans en aan de nieuwe samenwerkingsvorm.

maandag 7 januari 2013

Geschiedenis van de bewonersgestuurde wijkontwikkeling

De zin en onzin van de geschiedenis van de bewonersgestuurde wijkontwikkeling
Ik moet in deze blog reduceren en zelfs minimaliseren. Het schrijven van één blog waarin de gehele geschiedenis van de bewonersgestuurde wijkontwikkeling (BGW) wordt beschreven is niet haalbaar. Bewonersgestuurde wijkontwikkeling impliceert het in ontwikkeling brengen van een wijk door, voor en met de bewoners van de wijk. De methode BGW is niet van gisteren en komt zeker niet alleen voort uit de hoofden van Nederlandse pioniers. Al een geruime tijd en in vele landen over de gehele wereld zijn pioniers aan de slag om burgers bewust te maken van de eigen kracht en de kracht van de gemeenschap. Kracht waardoor de gemeenschap samen de ontwikkeling van hun eigen leefomgeving kunnen bepalen.
Historisch besef is echter wel van belang. Het bevat meer dan kennis alleen. Door het verleden te kennen, begrijpen we het heden beter en het geeft ons een basis waar vanuit we een visie kunnen vormen op de toekomst. Het geeft ons de kans om een ontwikkeling te plaatsen in de politieke, economische, culturele, sociale en maatschappelijke context.

Hoe het komt dat er drie pilotes BGW in Amsterdam zijn gestart?
Dit stukje geschiedenis begint in Zuid Afrika, het Seriti Instituut for Community Development. Daar werkt de pionier Gavin Andersson. Hij ontwikkelde de Kwanda Methode, een methode die bewoners centraal stelt bij de sociaal economische ontwikkeling van hun wijk. En we kunnen hier spreken van een enorm groot succes!



In Amsterdam werd door de wijkaanpak in dezelfde tijd ingezet op het activeren van bewoners om eigen initiatieven voor hun wijk te ontwikkelen. Wederom een succes verhaal zo bleek uit onderzoek van Evelien Tonkens! Gemeente Amsterdam wilde dit succes verankeren en uitbreiden. De Kwanda methode werd in 2010 naar Nederland gehaald door Amsterdams Steunpunt Wonen (ASW), Dienst Wonen Zorg en Samenleving (DWZS) van de gemeente Amsterdam en OxfamNovib. Maar wat in Zuid Afrika werkt kunnen we niet simpelweg ’copy-pasten’ naar Amsterdam. Dus gingen ASW, DWZS, Diversity Joy en de Janus-coalitie (De Volksbond, De Regenbooggroep en de Omslag) aan de slag om de Kwanda methode te vertalen naar de Amsterdamse werkelijkheid.

De eerste pilot in de Amsterdamse wijk Bos en Lommer
Zij gingen vervolgens van start in de Amsterdamse wijk Bos en Lommer. Het gewenste doel ‘dat bewoners eigenaar worden van hun eigen wijk en het ontwikkelingsproces’ werd echter niet bereikt. Toch is de inzet zeker niet voor niets geweest. Door de masterthesis van Peter Both (Sociologie, Vrije Universiteit Amsterdam) weten we nu waarom het proces niet op gang kwam zoals gewenst. Met deze kennis en ervaring in onze rugzak gaan we nu weer verder want het geloof in de methode is onverminderd. In 2013 wordt er in de wijk Bos en Lommer een doorstart gemaakt en wordt er gestart in de wijk Plan van Gool. Verder wordt er onderzocht waar de derde pilot uitgevoerd gaat worden.

Hoe BGW op mijn pad kwam?
In augustus trof ik Merel Werner, strategisch beleidsadviseur van Stadsdeel Noord. Elkaar inspireren, dat was ons doel. Zo kwamen we ook op Plan van Gool. Een deel van de Buikslotermeerpleinbuurt in Amsterdam Noord. Uit onderzoek blijkt dat de situatie in het Plan van Gool minder gunstig is dan het Noordse gemiddelde. Op veel terreinen scoort de subbuurt rond of onder het gemiddelde in de aandachtswijken. De bewonersgestuurde wijkontwikkeling kan de kans zijn die deze wijk nodig heeft.

Bewonergestuurd werken is voor mij geen vreemd gegeven. Het zit in mijn DNA.
Recent ontwikkelde ik de methode ‘de tien stappen naar Community Vorming en Community Beheer’. Een methode waarmee ik, ambtenaren, ondernemers, professionals en actieve bewoners de tools aanreik om communities te vormen rondom beheer vraagstukken. De ontwikkeling van de methode deed ik door, voor en met de leden van de Karrewiel Community. De praktijk bracht de methode en de methode droeg de praktijk. De Karrewiel Community was een succes en groeide verder richting de Meevaart Community. Bij de Meevaart Community trainde ik de bewonerscoaches in de methode en coachte ik de bewonerscoaches bij de ondersteuning van het community proces.
In dezelfde tijd heb ik samen met MOVISIE (Rien van de Veer) drie pilots uitgevoerd met de naam ’Succes Verankeren door Ondernemend Werken’. 24 burgerinitiatieven waren deelnemer en ontwikkelaar tegelijkertijd. Door, voor en met de burgerinitiatieven ontwikkelde we een succesvol programma dat burgerinitiatieven de tools geeft om financieel onafhankelijk te worden. Vier 'Train de Trainers' volgde en het programma wordt nu landelijk uitgezet met ondersteuning van het Oranje Fonds. Als laatste ben ik met, door en voor bewoners uit de Indische Buurt in Amsterdam Oost bezig met het ontwikkelen en uitvoeren van het programma ‘Duurzame Bewonersondersteuning’ waarbij bewoners, bewoners ondersteunen.
Ik heb mijn visie zowel in theorie als in praktijk ontwikkelt en deze visie zal nu weer verder ontwikkelen door onder andere mijn rol in Plan van Gool.

Vertrouwen
Toen kwam de vraag of ik de procesmanager wilde worden voor de BGW in Plan van Gool?’ Mijn antwoord is natuurlijk 'Ja'. Ik geloof in de kracht van bewoners en geloof dat je ze daadwerkelijk moet betrekken bij het gehele proces, dat we wijkontwikkeling noemen. Van denken tot doen. Dat het pittig wordt, dat staat vast maar we gaan stap voor stap en ik heb jullie, lezers, medepioniers, collegae en vrienden als kennis en ervaringsdeskundige om me gevraagd en ongevraagd op advies te trakteren. So be my guest!

But what about the history?
Wat is de rol van de financiële crises in BGW? Hoe gaat de BGW samen met de ontwikkeling van Welzijn Nieuwe Stijl? Wie zijn de pioniers en welke methoden zijn er waar ontwikkeld op het gebied van BGW?

Alle vragen houd ik in gedachten, ik blijf me inlezen, ik laat me informeren en koppel mijn antwoorden terug in mijn blog. Op deze manier geef ik de geschiedenis de plek die het verdient, geen statisch gegeven dat in één blog wordt neergeschreven, maar een non-stop aanwezige factor die elke stap in het proces beïnvloed.